'Klusjesman vertelde over moord vóór vondst lijk'

Klusjesman Michaël de Jong van de weduwe Wittenberg sprak uitgebreid over de moord op de vrouw, nog voordat haar lijk was gevonden. Dat blijkt uit een verklaring van de beheerder van de Deventer begraafplaats met wie De Jong destijds sprak, meldt het KRO-programma Reporter dat over de tekst van de verklaring beschikt.

Volgens de advocaat van de voor de moord veroordeelde Ernest Louwes, is de verklaring reden voor de Hoge Raad om De Jong als getuige op te roepen. De stap is volgens advocaat Geert-Jan Knoops bijzonder, zegt hij in de uitzending, omdat de Hoge Raad normaliter geen getuigen hoort. De raad beperkt zich doorgaans tot het beoordelen van bestaand bewijs.

De beheerder van de begraafplaats sprak een dag na de moord met De Jong. Die vertelde hem dat de moordenaars haar botten hadden geprobeerd te breken, vervolgens haar trachtten te wurgen en haar uiteindelijk zeven keer staken met een mes. Dat is informatie waarvan het de vraag is hoe iemand anders dan de moordenaar die op dat moment al had kunnen weten.

De politie nam de verklaring op van de beheerder, maar zette daar niet bij dat die de informatie al op dat cruciale moment kreeg te horen. De beheerder zou bereid zijn onder ede te verklaren dat hij al de dag na de moord, en dus voor de vondst van het stoffelijk overschot van Witteberg, met De Jong had gesproken over de zaak.

De 60-jarige weduwe Wittenberg werd in september 1999 vermoord. Louwes, de belastingadviseur van Wittenberg, werd in eerste instantie vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Hij werd in 2000 in hoger beroep veroordeeld tot twaalf jaar cel.

De zogenoemde Deventer-moordzaak kreeg veel publiciteit, met name nadat publieke personen zoals opiniepeiler Maurice de Hond zich op de zaak stortten. Hij stelt dat de verkeerde verdachte is veroordeeld en dat klusjesman De Jong de schuldige is.