In een zwaarbeveiligde rechtbank verwacht je niet echt dagjesmensen met koffie en broodjes. Maar bij de zaak-Holleeder, op de publieke tribune van de ‘bunker’ in Amsterdam-Osdorp, zijn ze er.
Het proces tegen Willem Holleeder is een toeristische attractie. Van heinde en verre komen nieuwsgierige landgenoten aanwaaien. Om iets over half negen staat er al een rij mensen te wachten tot ze worden gefouilleerd. ‘Het lijkt wel een playbackshow zo’, grapt een jongen tegen zijn buurman terwijl de bezoekers een voor een naar binnen worden gelaten. Een blond meisje komt niet zonder piepen door het detectorpoortje. ‘Dat wordt strippen!’, lacht een parketwachter.
In de muffe wachtruimte zit Florian (24) in zijn ogen te wrijven bij het geratel van de koffiemachine. Hij komt uit Weesp en is net begonnen aan de politieacademie. ‘Holleeder zien hoort erbij’, zegt hij. ‘Ik wil een keer meemaken hoe het er in zo’n ingewikkelde zaak nu echt aan toe gaat.’ Zijn vriend Alfer (22) knikt instemmend. ‘Het is toch een mythische figuur, die Holleeder.’ Annemarie de Bruijn (46) en Nico Wesstein (45) uit Alphen aan de Rijn zijn ook vroeg vertrokken. ‘Het is niet mijn eerste keer in een rechtszaal’, vertelt De Bruijn. ‘Maar de vorige keer was ik zelf het onderwerp. Bij de civiele rechter hoor’, lacht ze. ‘We hebben vandaag een dagje vrij en willen wel eens zoiets als dit meemaken. Gelukkig was het lekker stil op de weg vanwege de herfstvakantie in het midden van het land. Misschien gaan we zo nog even de stad in.’
Op de openbare tribune is het enige geluid dat van gefluister of gekuch. ‘Gsm’s in de hand zijn verboden!’, roept een parketwachter. Dan, tegen een collega: ‘Bram, vier mensen gaven geen antwoord. Die moeten we in de gaten houden’. Bram lacht.
Een meter of zes van het glas zit Holleeder verveeld voor zich uit te staren. Veel indruk wekt zijn verschijning niet. Pas als hij om half een voor het eerst spreekt, gaan de ongeveer vijftig aanwezige bezoekers zuchtend wat verzitten. In de wachtruimte zijn Peter (46), Tom (43) en Jan-Peter (33) uit Rotterdam wanhopig op zoek naar een plek om te kunnen roken. ‘Spannend is het niet’, zucht Tom. ‘Spannend? Ik vind het saai. Bijster saai’, zegt Jan-Peter. De heren, alle drie ‘werkzaam in de financiële dienstverlening’, gaan misschien nog even naar begraafplaats Westgaarde, waar volgens Peter nog wat zware jongens begraven liggen die ook zijdelings bij het proces betrokken zijn. ‘Dat is het leuke’, zegt Peter. ‘Al die plekken en gebeurtenissen. Ze laten je niet meer los. En je gaat ook dingen in het proces zelf herkennen. Als je een beetje op de hoogte bent, zoals ik.’ Voor Tom is het de eerste keer in een rechtbank. ‘Je wordt bij zo’n grote zaak toch wel achterdochtig over de aanwezigen’, zegt hij peinzend.
‘Er moeten natuurlijk ook intimi in het publiek zitten. Dat meisje vooraan, wie is dat? Die oude man voor ons is gewoon een sensatiezoeker, dat is duidelijk. En zag je die jongen met die dure schoenen en dat grote horloge. Dat is niet echt een frisse figuur volgens mij. Maar ik ga het hem niet vragen.’
vrijdag 26 oktober 2007
Aapje kijken in de bunker
Gepost door Rinus H
Labels: Binnenland
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten