In Knack (27.02.2008) wordt deze week aandacht besteed aan het hoofddoekverbod dat een jaar geleden in Antwerpen werd ingevoerd en blijkbaar nog steeds niet verteerd is. Als we de jonge moslima’s mogen geloven die het weekblad bij deze gelegenheid aan het woord laat tenminste. Leest u even mee. “Precies een jaar na de invoering van het hoofddoekenverbod is hun pijn, ontreddering en verontwaardiging nog niet weggeëbd, integendeel.” “Het voorbije jaar was volgens hen één lange lijdensweg”, “Elke morgen weer voelt ze zich diep vernederd en gediscrimineerd” en dan hebben we het nog niet eens gehad over het feit dat ondertussen bijna heel Antwerpen “doof en blind geworden is voor het onrecht dat ons is aangedaan.” Kortom, één brok doffe ellende.
Voor een goed begrip zetten we toch nog even de puntjes op de i. De fameuze kledijvoorschriften bepaalden dat ambtenaren met een loketfunctie geen uiterlijke tekenen van persoonlijke religieuze en politieke overtuiging meer mochten dragen. Het verbod kan geenszins eenzijdig (het betreft immers àlle persoonlijke overtuigingen) en verregaand (het beperkt zich tot ambtenaren met loketfuncties) genoemd worden. Het enige praktische gevolg van de maatregel was dat welgeteld zeven moslima’s hun hoofddoek dienden af te zetten als ze aan het onthaal wilden blijven werken. Drie onder hen deden dat, terwijl voor de anderen een minder zichtbare functie werd gezocht. Niemand werd ontslagen. Tot zover het echte verhaal dat schuilgaat achter de grote woorden over vernedering, gebrek aan respect, discriminatie en onrecht.
De vraag welk ‘recht’ een moslima verliest als ze achter het loket niet langer het ideologisch propagandawapen van de islam mag dragen, wordt in heel dit debat slechts zelden gesteld. Het antwoord is nochtans simpel: geen enkel, behalve dan een voorrecht. Het voorrecht dat de dames in kwestie opeisen om zich altijd en overal te manifesteren als moslima. In essentie gaat het niets anders dan de eis dat speciaal voor moslims een uitzondering zou gemaakt worden op algemeen geldende regels, waarvan het neutraliteitsbeginsel voor overheidspersoneel er één is. Officieel vragen zij ‘respect’. In werkelijkheid willen zij een voorkeursbehandeling. Discriminatie dus, zoals dat ook wel eens wordt genoemd.
Vlaams Belang
woensdag 27 februari 2008
Moslima's eisen discriminatie
Gepost door Rinus H
Labels: Opinie
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten