Citaat van de dag

"Mensen die in het leven omhoog willen klimmen, moeten vooral goed kunnen kruipen."

- Cees Buddingh Nederlands letterkundige 1918-1985

woensdag 24 oktober 2007

missie Uruzgan

De optie vertrekken uit Uruzgan ligt officieel nog op tafel. Maar intussen worden de geesten rijp gemaakt voor een verlenging van de missie.

Premier Balkenende zei het vorig jaar zelf in de Tweede Kamer: ‘Over twee jaar zal de Nederlandse inzet worden overgenomen door andere NAVO-landen.’ Wanneer is Nederland klaar in Uruzgan, vroeg Vrij Nederland aan VVD-kamerlid Hans van Baalen. ‘Over een kleine twee jaar is de missie afgelopen. Dat is een harde afspraak’, luidde het antwoord. Zijn PvdA-collega Bert Koenders was net zo stellig: ‘Over twee jaar, zoals afgesproken.’

Vertegenwoordigers van alle grote partijen bezwoeren het een jaar geleden: de Nederlandse soldaten zouden niet langer dan twee jaar in de Afghaanse provincie Uruzgan blijven. Maar op dit moment denken diezelfde politici er heel anders over en praten ze volop over verlenging.

Het kabinet neemt daar waarschijnlijk volgende maand een besluit over. Vandaag staat het onderwerp ook op de agenda van de NAVO-bijeenkomst van defensieministers in Noordwijk. Officieel is helemaal vertrekken uit Uruzgan nog steeds een optie, maar de kans daarop wordt wel steeds kleiner. De NAVO-partners staan niet te springen om Nederland af te lossen. Ook al omdat er uit Den Haag voortdurend signalen komen dat er best verlengd kan worden.

‘Er is een politieke intentie om verdere verantwoordelijkheid te dragen’, zei minister van Defensie Eimert van Middelkoop eind juni. Hij trok die woorden later in, maar de toon was gezet. En afgelopen weekend lekte ook nog het advies van de Nederlandse Commandant der Strijdkrachten Dick Berlijn uit. Verlengen van de missie is mogelijk, vindt hij, zij het met minder mankrachten.

Kaarten tegen de borst
Nederland heeft het spel heel slecht gespeeld, oordeelt Frank van Kappen, generaal-majoor buiten dienst en huidig VVD-senator. ‘Je moet altijd je kaarten heel dicht tegen de borst houden. Het startpunt moet zijn: we gaan weg. Pas dan komen de andere landen in actie. Nu niet. Door heel ongelukkige fouten.’ Fout op fout stapelde de Nederlandse regering dus. Tenminste: als je er vanuit gaat dat Den Haag de militairen inderdaad terug wilde trekken. Maar was dat het doel wel? Of wilde de regering zelf misschien juist liever blijven?

‘Ik heb me laten vertellen dat de Nederlanders op een bepaalde manier zouden willen blijven’, zei de Amerikaanse ambassadeur Roland Arnall in april tegen het RTL-nieuws. Toevallig of niet: een paar weken daarvoor was minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen voor het eerst op bezoek in Washington.

Heel geleidelijk is de afgelopen maanden afscheid genomen van het uitgangspunt van vorig jaar. De optie vertrekken raakte op de achtergrond. En intussen maakte het kabinet de geesten rijp voor verlenging.

In interviews en toespraken hamerden ministers op het belang van de missie. De internationale gemeenschap mocht Afghanistan niet in de steek laten, was de boodschap. Vrouwen en kinderen zouden anders weer zijn overgeleverd aan de taliban. Vanuit Brussel voerde NAVO-topman Jaap de Hoop Scheffer de druk nog meer op. ‘Er kan niemand weg uit Afghanistan’, zei hij vorige maand.

‘Net als vorig jaar wordt alles en iedereen in stelling gebracht’, moppert Wim van den Burg. De voorzitter van defensievakbond AFMP benadrukt meerdere malen dat hij 100 procent achter de Nederlandse militairen in Afghanistan staat. Maar hij is wel tegen verlenging. ‘Als een belangrijk besluit eenzijdig wordt belicht, dan moet je je laten horen.’

Van den Burg ergert zich vooral aan de argumenten die voortdurend verschuiven. Vorig jaar was de boodschap: na twee jaar vertrekken. Een politiek bruikbaar argument om voldoende steun te verwerven.

‘Maar die termijn van twee jaar is niet voor niets afgesproken’, legt de vakbondsvoorzitter uit. ‘Minister Kamp zei al dat het krabben en bijten zou worden. De Nederlandse soldaten doen fantastisch werk, maar ze lopen wel op hun tenen.’

Het gevaar, vindt Van den Burg, is dat emoties de boventoon gaan voeren in de discussie over de verlenging. Zo verbaast de vakbondsman zich over de rol van Commandant der Strijdkrachten Dick Berlijn. In maart was hij nog tegen verlenging, maar in de zomer klonk het heel anders.

‘Het zou een moreel failliet betekenen – het zijn zware woorden die ik gebruik – als een welvarend land als Nederland zouden zeggen: ach, wat kan ons Afghanistan schelen, het is zo ver weg, laat het maar lopen als daar de vrouwen- en mensenrechten met voeten worden getreden’, zei hij in een interview met NRC.

‘Berlijn zit heel erg op de emotionele toer’, vindt Van den Burg. ‘Hij lijkt soms wel de woordvoerder van de minister. Alsof hij een signaal heeft gekregen dat de geesten rijp moeten worden gemaakt voor verlenging. Terwijl hij alleen maar zou moeten kijken naar de doelen en de middelen. Er komen alleen maar drama’s van als je je door emoties laat leiden.’

Dreigend sneeuwbaleffect
Van Kappen is het daarmee eens, maar de adviseur van de NAVO heeft wel begrip voor de lastige positie van de politici in Den Haag. Nederland is het eerste land met troepen in het onrustige Zuid-Afghanistan dat nadenkt over verlenging. ‘Als we niet verlengen dreigt een sneeuwbaleffect. Andere landen zullen dan misschien ook vertrekken. Je moet je afvragen of je dat wilt bijschrijven op je morele huishoudboekje.’

Eén advies heeft hij wel voor de politici. Ze moeten maar niet meer beloven dat de Nederlandse militairen over een paar jaar naar huis zullen komen. ‘Je weet vantevoren dat je dat niet waar kunt maken. De enige stabiele factor bij dit soort missies is dat alles voortdurend veranderd.’

Toch houdt Bert Koenders, nu minister voor Ontwikkelingssamenwerking, vol dat er met de belofte van vorig jaar niks mis was. ‘Dat klopt ook’, zegt hij desgevraagd. ‘De Nederlanders komen na twee jaar terug.’ Om er in één adem aan toe te voegen: ‘Tenzij het kabinet anders beslist.’

Geen opmerkingen: